Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Uw vaderen, [10]waar zijn die? En de profeten, [11]zullen zij [12]in eeuwigheid leven? 10. Alsof Hij zeide: Zij zijn wel niet meer voorhanden, gij behoordet u evenwel aan hen te spiegelen. Zie 1 Kor.10:5,6. 11. Anders: leven zij in eeuwigheid? Dat is, al zijn die vorige profeten dood, zo blijven evenwel hunne profetieen voor altoos. Zie vs.6, en verg. 2 Petr.1:15. Anderen vertalen en verklaren die woorden aldus, als zijnde de woorden der boze mensen: maar de profeten [die hen berispt hebben] hebben die altijd geleefd? Waar zijn die nu ook? Zij zijn immers ook al gestorven. 12. Dat is, altijd.